Breukelen, 21 mei 2019 – Door nieuwe technologieën toe te passen, kunnen supply chains een grotere bijdrage leveren aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken zoals de energietransitie, de vergrijzing en de toekomstige voedselvoorziening. Dat concludeert het Supply Chain Excellence Leadership Platform (SCELP) tijdens haar bijeenkomst op 14 mei. Tijdens de discussies tussen SCELP-leden en experts zoals Jos van Hillegersberg (Universiteit Twente) en Gerwin Zomer (TNO) blijkt dat daarbij ook voldoende aandacht moet zijn voor processen en voor de mensen die de technologieën gebruiken.

Hoe kunnen we in 2050 tien miljard mensen op duurzame wijze voeden? Dat is de komende decennia één van de grootste vraagstukken, waarvan het antwoord grotendeels uit de uiterst complexe food supply chain moet komen. De EAT-Lancet Commissie bracht in kaart waaruit dat antwoord moet bestaan: minder beslag op natuurlijke hulpbronnen, minder verspilling van voedsel en een verschuiving naar gezondere diëten met onder meer minder vlees. “Om dat doel te bereiken, moeten we als supply chain professionals alle registers opentrekken. We zullen onze complete toolbox moeten inzetten”, stelt Marc Vogels, VP Logistics bij Enza Zaden, namens de werkgroep Digitalisering van SCELP.

Missiegericht innoveren

Op uitnodiging van de werkgroep Digitalisering vertelt Gerwin Zomer welke aanpak TNO hanteert voor dit soort complexe vraagstukken: missiegericht innoveren. “Deze aanpak is hot in de beleidswereld. Vaak gaat het om maatschappelijk relevante uitdagingen waarbij veel stakeholders betrokken zijn”, vertelt de senior business consultant van TNO. “Het is onbekend hoe de weg naar het einddoel eruit ziet, maar toch zetten we een eerste stap. Daarmee bouwen we vaardigheden op en creëren we wendbaarheid. Zo vergroten we de speelruimte in de toekomst”, stelt Zomer. “De technologie vormt hierbij zelden een probleem, daarin zien we genoeg vooruitgang. Er zijn wel zaken die de adoptie van de technologie in de weg staan. Dan gaat het bijvoorbeeld om gedrag van mensen of om wetgeving.”

Start met de businessvraag

Dat technologie vaak niet het probleem is, concludeert ook Jos van Hillegersberg, hoogleraar business information systems aan Universiteit Twente. Hij vertelt over de mogelijkheden van artificial intelligence en machine learning in de supply chain. “We zitten in een hype. Binnen veel bedrijven worden grote teams op het gebied van data science opgebouwd. Het is zeker van belang de techniek te beheersen. Maar soms vergeten we wat de businessvraag is waarop die teams antwoord moeten geven. We zien nog weinig concrete businesscases van bedrijven die met big data en artificial intelligence daadwerkelijk hun supply chain hebben verbeterd.”

Van Hillegersberg adviseert om big data-projecten altijd te starten met de businessvraag: Wat wil je verbeteren? Wie ligt daar wakker van? Daarna komen andere vragen aan bod: welke technieken zijn nodig, welke data zijn beschikbaar? Tot slot is het zaak om de noodzakelijke veranderingen en uitdagingen in kaart te brengen. “De meest interessante resultaten ontstaan door data uit verschillende bronnen te combineren. Maar dat roept vragen op: wie is dan de eigenaar van die data?”

Vertrouwen nodig

De SCELP-leden discussieerden aan de hand van een case over de vraag hoe drie bedrijven uit één supply chain de beschikbaarheid van hun producten kunnen vergroten door hun data te combineren en te analyseren. Wie moet de regie voeren? En welke afspraken moeten worden gemaakt? Vertrouwen blijft daarbij een heikel punt. Dat is niet op te lossen met techniek, daarvoor is juist ook aandacht nodig voor processen en gedrag, was de breed gedragen conclusie.

‘Stretching our minds’

Dat stelt ook Jack van der Veen in zijn slotwoord. De hoogleraar supply chain management aan Nyenrode Business Universiteit grijpt terug op het voedselvraagstuk. “De verleiding is groot om de oplossing te zoeken in nieuwe technologieën zoals vertical farming of genetische modificatie. Maar technologie is niet de beperkende factor, het gaat vooral om hoe we ermee omgaan. Mensen zijn relatief langzaam in het adopteren van beschikbare IT, blijkt uit onderzoek van Warwick University: slechts 13% van de bedrijven verkeert in het hogere maturity-segment als het gaat om digitalisering. Daarnaast vinden bedrijven het nog heel spannend om data te delen, terwijl dat juist een belangrijke sleutel is. Tot slot blijft het in veel bedrijven een uitdaging om het silodenken los te laten en uit te gaan van processen.”

De werkgroep heeft het voedselvraagstuk aangehaald om de SCELP-deelnemers te prikkelen. Welke stappen kunnen we nu al zetten om over dertig jaar tien miljard mensen te voeden? ‘Stretching our minds’, noemt de werkgroep dat. “De EAT-Lancet Commissie stelt dat disruptieve technologieën nodig zijn om dat ogenschijnlijk onmogelijke doel te bereiken. Wij willen met SCELP de noodzakelijke eerste stappen zetten”, stelt Vogels. Vanavond is in ieder geval duidelijk geworden dat die stappen niet alleen liggen in de techniek zelf, maar ook in het creëren van de randvoorwaarden om die technieken goed te benutten.

 

De volgende bijeenkomst van SCELP gaat over het thema strategie en vindt plaats op  dinsdag 8 oktober 2019.

Jos van Hillegersberg (Universiteit Twente)

Gerwin Zomer (TNO)